43 LANGzaam naar het noorden, en twee uur wachten op je eten
RIOHACHA | CABO DE LA VELA | COLOMBIA Het aller noordelijkste puntje van Zuid-Amerika bereiken doe je niet zomaar en het kost wat van je tijd. Niet alleen omdat het veel reistijd is maar ook omdat mensen in dit gebied niet zoveel om tijd lijken te geven. Vanuit Tayrona hebben we de bus naar Riohacha gepakt waar we iets later aankwamen dan gehoopt en sowieso een nachtje moesten overnachten voordat we verder konden. We verbleven in één of ander raar verlaten kasteelhotel van een nog vreemdere oude Duitser. Ondanks dat er niet veel te doen is hebben we ons goed vermaakt door een beetje over de boulevard met zelfgemaakte lokale ronde tassen te struinen, door over het strand met de beschilderde palmbomen te lopen op zoek naar de zeldzame zeekokosnoot en door de stad en de markt te wandelen zoekende naar een hempje en een hangmat voor thuis! De volgende dag wouden we graag verder richting het noorden maar het personeel wist te vertellen dat het een feestdag was en ze vandaag niet naar Uribia zouden rijden... De feestdag bleek wel heel lokaal te zijn, alleen op het strand waren wat feestende mensen, er reden wat auto's rond in de stad met Maria op het dak en inderdaad ook bij het enige vervoersbedrijf hadden ze Maria in het midden gezet, er enorme speakers bij gehaald en was er een feestje aan de gang. Ze zouden morgen pas weer rijden.
En inderdaad de volgende dag waren we de eersten. Vroeg in de ochtend konden we op weg naar Uribia om daar over te stappen in een lokale 4x4. Zittend tussen de piepschuimenbakken in rijden we door de woestijn met enkel zand en cactussen in het zicht, af en toe een verdwaalde fietser of een lokale vrouwtjes die nog ver verwijderd lijken te zijn van hun huizen.
Het dorp Cabo de la Vela ligt aan de kust. Het is een of ander project van de overheid geweest om meer toeristen deze kant op te krijgen wat inhoudt dat er overal de mogelijkheid is om te slapen in een hangmat in een hutje of bij mensen thuis, maar bij het ontbreken van deze toeristen lijkt het een grotendeels verlaten dorp. Ook is de overheid ooit begonnen met het aanleggen van wegen. Verder dan de bruggen zijn ze niet gekomen vanwege problemen met de lokale bevolking, een zandweg is de enige 'weg' om er te komen. De Nederlandse overheid schijnt ook geinvesteerd te hebben in dit gebied in de vorm van elektriciteitspalen. De palen staan er, alleen omdat er in dit gebied geen regels zijn en er geen mogelijkheid is om geld te innen komt er geen elektriciteit de huizen binnen via deze palen....
Het dorp zelf stelt niks voor maar de verlatenheid, het feit dat er niet veel toeristen zijn, en dat het er gewoonweg erg mooi is maken het zeker een hele bijzondere plek om te verblijven. Je moet alleen geen haast hebben met eten en je kan beter een boek of puzzelboekje meenemen voor tijdens het wachten. De eerste dag hebben we twee uur op onze lunch met koude patat en gefrituurde vis gewacht. Één middag werd ons na anderhalf uur verteld dat ze geen kip of vis hadden. En één avond hebben we helemaal niks te eten kunnen eten omdat iedereen al lag te slapen. Het bleek dat er maar één koelkast ergens op een half uur van onze slaapplek was en het dus wat langer duurde dan normaal...
Wij hebben verbleven bij één van de kiteschools aan het eind van de straat met een hele aardige eigenaar die vroeger bij de speciale eenheden had gezeten en zeer interessante verhalen kon vertellen over de rebellen en de Farc, die nog steeds in de amazone actief zijn. Het was hier dat we voor het eerst in een chinchorro sliepen en slapen in een hangmat nooit meer hetzelfde zal zijn! De chinchorro is een lokale hangmat, met mooie felle kleuren en met san de flappen aan de zijkant die je mooi over je heen kan slaan. Heerlijk. En perfect zo met uitzicht op de oceaan en op de kiters.